- percer
- percer [persee]I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 doorbreken ⇒ doorkomen, aanbreken2 er doorheen breken3 doorschemeren ⇒ zichtbaar worden, bekend worden4 bekendheid krijgen ⇒ beroemd worden, beginnen naam te makenII 〈overgankelijk werkwoord〉1 een gat maken in ⇒ boren door, doorsteken, doorprikken2 een opening maken in ⇒ openbreken3 doorbreken ⇒ breken door, dringen door, zich een weg banen door4 doorgronden ⇒ ontdekken, achter (iets) komen♦voorbeelden:1 chaussures percées • kapotgelopen schoenencela me perce le coeur • dat is een steek in mijn hart2 percer une large baie • een grote raamopening maken3 percer l'air • de lucht doorklievenbruit qui perce les oreilles • oorverdovend lawaaipercer une rue • een straat doortrekkenpercer un tunnel • een tunnel gravenv1) doorbreken2) er doorheen breken3) doorschemeren4) bekendheid krijgen5) boren (door), doorsteken, doorprikken6) openbreken7) zich een weg banen (door)8) achter [iets] komen
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.